IRRIGATIE

Proeven uitgevoerd op de irrigatiemachines met slangenhaspel

Enkele firma’s die geassocieerd zijn met UNACOMA, zoals RM, die bijzondere aandacht verlenen aan de ontwikkeling van de landbouwwereld, met het precieze doel irrigatiemachines te bouwen die de productiebehoeften van de landbouwers steeds beter bevredigen, hebben besloten voortdurend te investeren in het zoeken naar nieuwe technologieën en nieuwe oplossingen om de techniek en de prestaties van hun uitrustingen te verbeteren. 

Daarom werden talrijke samenwerkingsprojecten gestart met openbare organen en instituten. 
Een van de eerste samenwerkingen was die met het Canale Emiliano Romagnolo voor het opstarten van een experimenteel onderzoekproject gericht op het ontwikkelen van technologische innovaties om het energieverbruik te verminderen en de efficiëntie van de waterverdeling van de irrigatiemachines te verbeteren, ook bij zeer winderige klimaatcondities. 
In de loop van de drie jaren 2003-2004-2005 werden ongeveer €. 111.000,00 geïnvesteerd in deze experimentele activiteit. 

Van 2002 tot nu werden kennisverwervingonderzoeken en experimentele activiteiten op het veld gefinancierd, bij belangrijke landbouwbedrijven,  om de beregeningsirrigatie met slangenhaspels te vergelijken met de druppelirrigatie, met een netwerk van slangen, zowel bij akkerbouw zoals: tomaten, aardappelen, ajuinen en bieten, als bij meer gespecialiseerde teelten. De onderzochte parameters waren waterverbruik, energieverbruik, kosten voor de handarbeid, kosten voor de aankoop van de uitrusting, kosten voor het bemesten en de BPO en de daaruit volgende netto opbrengst van de teelt.

Resultaten van de proeven  

De resultaten waren zeer interessant en hebben verschillende feiten aan het licht gebracht die vermelding verdienen:

  • Irrigatiemachines met slangenhaspels blijken het irrigatiesysteem te zijn met absoluut de laagste kosten, zowel wat betreft de aankoopkosten als de kosten voor handarbeid en energieverbruik;
  • Beregening met slangenhaspelmachines blijkt ook een echte garantie te zijn voor de productiviteit en de rentabiliteit van de firma, dank zij een lagere investering en minder risico’s dan de druppelinstallatie, en de BPO van de teelten beregend met slangenhaspels hebben de landbouwers, na aftrek van de kosten voor de irrigatiemachines en de irrigatie zelf, een betere terugbetaling verzekerd;
  • De vernieuwde versie van irrigatiemachines met een centrale voor computergestuurd beheer, waaraan systemen met digitale technologie voor controle en bestuur op afstand toegevoegd werden, heeft de reële doelstellingen van waterbesparing en optimale efficiëntie van de irrigatie verwezenlijkt;
  • De hoeveelheid water die gebruikt wordt in de druppelinstallatie bleek bij de meeste proeven steeds groter dan het waterverbruik van de irrigatie met slangenhaspel, in tegendeel tot wat over het algemeen gezegd en gepubliceerd wordt;
  • Bij alle proeven heeft men een zeer gelijkaardige BPO verkregen voor beide irrigatiesystemen (druppel en slangenhaspel), met een betere kwaliteit van de producten die met sproeiers geïrrigeerd werden;
  • Van een agronomisch standpunt, moet men rekening houden met het aanzienlijk waterverlies van de druppelirrigatie, veroorzaakt door de dieppercolatie ten gevolge van het bekende "nageleffect", dat door uitloging de voorraad aan meststof, colloïden en organische substanties van het terrein verarmt;
  • Kunstmatige beregening bij druppelsystemen wordt een verplichte en onontbeerlijke teeltpraktijk, om de chemische samenstelling te re-integreren die niet in de grond vastgehouden wordt maar in de ondergrond terecht komt ten gevolge van de uitloging door de gelokaliseerde irrigatie; deze teeltechniek leidt dus tot hogere kosten, en reduceert duidelijk het concurrentievermogen van de firma’s die dit systeem gebruiken;
  • Tijdens de fasen van de ontkieming van het zaad en bij het ondersteunen van net overgeplante teelten, blijkt druppelirrigatie volledig nutteloos met een enorm waterverlies; de landbouwers hebben in deze gevallen de teelten die met druppelsystemen voorbereid werden, met de slangenhaspel moeten irrigeren om het zaad te doen ontkiemen en de overgeplante teelten te doen starten, aangezien de druppelsystemen totaal ongeschikt zijn om de teelten in deze vegetatiefase te irrigeren; tijdens de zomer 2003, een bijzonder droog jaar, werden de slangenhaspels in sommige firma’s meerdere malen gebruikt om tomatenteelten met druppelsystemen te irrigeren, om te vermijden dat de kleinere vruchten zouden vallen en dat de grond zou barsten door de droogte;
  • Van een ecologisch standpunt, heeft men vastgesteld dat de installaties met            sproeiers aan het einde van de teelt volledig afgedankt worden en na slechts drie maanden gebruik afgevoerd worden; eerst en vooral zou men een grondig onderzoek moeten uitvoeren in verband met de wijzen van afvoer van de enorme hoeveelheden polyethyleen slangen, die vaak niet teruggenomen worden door de firma’s die gespecialiseerd zijn in het beheer van afval, gezien de hoeveelheid vuil in de ophoping. Het gaat hier om echt enorme hoeveelheden: een hectare tomaat vereist ml. 6.600 slangen die aan het einde van de teelt volledig weggeworpen worden;
  • Van een financieel standpunt, moet men rekening houden met het feit dat de korte gebruikscyclus van de druppelslangen de hoge investering niet rechtvaardigt, die ongeveer €. 600,00 per hectare bedraagt voor iets dat aan het einde van de teelt afgedankt en weggeworpen wordt: dit is een onbegrijpelijk financieel verlies dat leidt tot het verlies van aanzienlijke sommen geld die niet gebruikt worden door de landbouwfirma’s voor stabiele investering in machines. Aangezien het hier vaak gaat om installaties die gefinancierd werden door publiek geld, is het duidelijk dat alle doeleinden van de financiering zelf ontduikt worden, met als gevolg het verlies van publiek geld;

Conclusies  

Aangezien de vele versies van de irrigatiemachines de door de landbouwers meest gebruikte uitrusting zijn in bijna alle teelten in Italië en in het buitenland, die in staat zijn ook troebel water of zoötechnisch afvalwater te verspreiden, geef ik hier graag enkele situaties aan die noch de fabrikanten noch de landbouwers ten goede komen, en die geen tevredenstellende en plausibele rechtvaardiging vinden, namelijk: 

  • Overheidsfinancieringen die door sommige Regio’s beslist worden en die enkel bestemd zijn voor de financiering van micro-irrigatie-installaties, met ongerechtvaardigde uitsluiting van sproeisystemen en irrigatiemachines;
  • Diverse grondverbeteringorganisaties passen voor de landbouwers verschillende tarieven toe voor het uithozen van irrigatiewater, met zeer lage prijzen voor druppelinstallaties en aanzienlijk hogere bedragen voor sproeisystemen;
  • Organisaties van fabrikanten en verenigingen van O.F., vooral van tomaatteelt, gebruiken de communautaire hulp die bestemd is voor de leden, om exclusief de aankoop van druppelinstallaties te financieren, en veronachtzamen alle andere soorten irrigatiesystemen en alle andere technische productiemiddelen.


Vaak gaat het hier om niet gemotiveerde technische en economische discriminatie die leidt tot duidelijke beperking van de beslissingsvrijheid van de landbouwers, met ook schadelijke economische gevolgen, forcering van de markt van de irrigatiemiddelen, en verspilling van middelen en mogelijke schade voor het milieu.  

Gezien de talrijke agropedologische en ecologische variabelen, kan de verspreiding van micro-irrigatiesystemen niet steeds gesponsord en gefinancierd worden en gebaseerd worden op clichés (druppel = besparing van water), die nooit gestaafd worden door agronomische studies en grondige onderzoeken in de omgevingen waarin ze toegepast worden. 

RM, steeds geëngageerd in het zoeken naar steeds meer concurrerende uitrustingen, die de waterbronnen op redelijke en geprogrammeerde wijze kunnen beheren, en gebruikt kunnen worden om het voordeel van de landbouwers steeds te vergroten.

Bibliografie

Kunstmatige beregening

Proeven

Verander de taal

it en fr es de ru nl hu pl ro